Leg cijfers of dobbelsteenpatronen op de tafel. Noem een cijfers en laat je kind met een vliegenmepper zo snel mogelijk op het juiste getal slaan. Het is nog leuker wanneer je dit spelletje met meerdere kinderen doet! De kinderen oefenen zo de getalbeelden goed in.
Je kunt dit spelletje ook met letters doen.
Neem uit een spel kaarten alleen de getalkaarten en de Aas in elke kleur. Leg de kinderen uit dat de Aas voor het getal 1 staat. (hierom is het handiger een Skipbo spel te gebruiken, die heeft de getallen van 1-12)
Dit spel wordt gespeeld met 2 kinderen. De kinderen krijgen elk de helft van de stapel kaarten. Deze nemen ze ‘blind’ voor zich, zodat de getallen niet te zien zijn. Tegelijkertijd draaien ze nu de bovenste kaart om. De getallen worden met elkaar vergeleken: wie heeft het hoogste getal? Dit kind krijgt beide kaarten, en legt ze onderop de stapel. Wanneer de kinderen twee dezelfde kaarten trekken, blijven die in het midden van de tafel liggen, en leggen ze er allebei een nieuwe kaart bovenop. Weer wordt gekeken wie het hoogste getal heeft, dat kind krijgt nu alle kaarten die op tafel liggen. Wie als eerst zijn kaarten op heeft, heeft verloren. Ook kan er met een bepaalde tijd gespeeld worden. Zet bijvoorbeeld een kookwekker, als die af gaat wordt gekeken wie de hoogste stapel kaarten heeft. Die is de winnaar!
Voor dit spel heb je nodig: voor elke speler een strook papier, waarop je van links naar rechts vakken tekent met de cijfers 1-12 erin, een bak met auto’s, twee dobbelstenen. Laat voor het spel begint de kinderen het eerste getal aanwijzen. Welk getal is dat? Op de één mogen ze hun eerste auto parkeren (aangezien dat getal niet met twee dobbelstenen gegooid kan worden). De eerste speler gooit nu met twee dobbelstenen. Het aantal ogen wordt bij elkaar opgeteld, en op dit getal mag de speler een auto parkeren. Nu is de volgende speler aan de beurt. Wie heeft als eerste de parkeerplaats vol?